1. We zorgen er samen voor dat iedereen zo goed mogelijk kan leren op school.
Dat doen we door…
- te zorgen dat de lokalen en andere ruimtes altijd netjes worden achtergelaten.
- schade meteen te melden en te verhelpen.
- te zorgen dat het leren goed georganiseerd is (en het duidelijk is wat en wanneer er geleerd moet worden).
- te zorgen dat leermiddelen op orde zijn.
2. We zorgen er samen voor dat iedereen zich veilig kan voelen op school.
Daarom…
- gebruiken we media op een verantwoorde manier.
- maken we contact en groeten we elkaar.
- ondersteunen we elkaar (als iemand dat nodig heeft).
- pesten we elkaar niet en maken we geen ruzie.
- behandelen we elkaar gelijk.
- zijn we zuinig op elkaars spullen.
- praten we Nederlands met elkaar.
3. Om misverstanden te voorkomen luisteren we goed naar elkaar.
Goed luisteren betekent…
- dat we niet meteen een oordeel klaar hebben.
- dat we elkaar laten uitpraten.
- dat we altijd checken of we de ander goed hebben begrepen.
4. We spreken elkaar op een goede manier aan als iets beter kan.
Dit doen we door...
- elkaar positief te benaderen.
- elkaar, bij voorkeur, mondeling en persoonlijk aan te spreken.
- uit te leggen wat er beter kan.
- de kans te krijgen om ons te verbeteren.
5. Om te zorgen dat de omgangsregels blijven leven in de school, besteden we daar veel aandacht aan.
Dat doen we door…
- zelf het goede voorbeeld te geven.
- er veel over te praten in de lessen, tijdens ouderavonden en in de personeelsvergaderingen.
- door ‘lastige’ situaties met elkaar te bespreken en elkaar op weg te helpen.
- open met elkaar te spreken over verbeteringen van onze omgangsregels.